Soms lijkt het alsof alles wat zich voor je ogen afspeelt een film is, waar je van een afstandje naar kijkt. Alsof je niet echt bent waar je bent, alsof alles nep is en ver weg. Maandagavond maakte een winkeldeurbel mij wakker uit die toestand. Een robotachtig ‘dingdong’, dat opklonk bij elke klant die de 7Eleven binnenwandelde, doordrong mij er ineens van: ‘Hé... ik ben weer in Thailand, ik ben weer in Ubon!’ Zoals een muzieknummer of een geur je plotseling een scherpe herinnering voor ogen kan brengen, zo riep het ‘dingdong’ in mij het Thailand gevoel naar boven. En hoewel ik het ‘dingdong’ in mijn Thailand-tijd een beetje ergerlijk vond, omdat de toon van het –dong op het laatst een beetje naar beneden afbuigt en daardoor vals klinkt, bleef ik nu verlekkerd staan luisteren. Het was fijn om weer even in Thailand te zijn.
Op dit moment ben ik in Laos. In Laos heb ik nog geen ‘dingdong’-ervaring gehad hoewel ik wel weer dezelfde mensen tegenkom en in hetzelfde hotel slaap als tijdens mijn vorige bezoeken aan dit land. Samen met mijn opvolger van ICS Azië en mijn Nederlandse collega voer ik een evaluatie uit, gecombineerd met een training over een evaluatiemethodiek die ICS hanteert. Vandaag zijn we op bezoek geweest in een van de dorpen waar ICS werkt. Daar hebben we met de bewoners gepraat over een school die daar kortgeleden in gebruik is genomen.
Vrijdag reizen we terug naar Thailand en zaterdag vlieg ik dan terug naar Nairobi. In de tussentijd hoop ik op nog zo’n dingdong-ervaring. Wie weet gaat het lukken als ik vrijdagavond naar de nachtmakrt ga lopen om eten te halen en de zwerfhonden uit hun tenten ga lokken, of als ik zaterdag voor vertrok nog één keer bij restaurant Bangkok ga dineren. Maar mocht het niet lukken dan kan ik op het vliegveld altijd nog even bij de 7Eleven binnenwandelen om naar die heerlijke deurbel te luisteren, al is het maar voor vijf minuten.